100 jaar Querido

Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Em. Querido’s Uitgeefmaatschappij schreef Willem van Toorn een mooie biografie van haar oprichter. Emanuel Querido groeide op in de Amsterdamse Jodenbuurt, als zoon van een diamantslijper. In 1915 richtte hij zijn eigen uitgeverij op, na eerder boeken te hebben verkocht in een eigen winkel en in de Bijenkorf. Samen met zijn medewerkster (en later minnares) Alice van Nahuys bouwde hij een belangrijk fonds op, met vooroorlogse bestsellers van auteurs als A. den Doolaard, A.M. de Jong en zijn eigen broer Israël Querido, met wie de verhouding overigens verre van probleemloos was. Querido hechtte altijd veel waarde aan de vormgeving van zijn boeken, waarvoor hij prominente ontwerpers als J.B. Heukelom en H.P. Berlage inhuurde. En met de start van een pocketreeks (de Salamanders) in 1934 was hij Allen Lane met zijn Penguins net een jaar voor.

Na Hitlers machtsovername in 1933 zag Querido Verlag het licht, een separate uitgeverij waarin uit Duitsland gevluchte auteurs hun werk kwijt konden. Een keur aan Duitse grootheden, onder wie Klaus en Erika Mann, Alfred Döblin, Lion Feuchtwanger en Gottfried Benn, publiceerde bij Querido en zijn compagnon Fritz Landshoff. Ook gaf Querido het Exil-tijdschrift Die Sammlung uit, een fel antifascistisch blad dat echter in 1935 wegens teruglopende abonnee-aantallen weer werd opgedoekt. De lijst met namen van auteurs die in krap twee jaar tijd aan dit blad een bijdrage hebben geleverd, is een soort who-is-who van de literatuur van het interbellum.

De levensgeschiedenis van Emanuel Querido stemt nederig, je kunt zijn belang voor het Nederlandse uitgeefbedrijf nauwelijks overschatten. De problemen en toestanden waar hij in de loop van zijn leven mee is geconfronteerd, zijn soms grappig genoeg nog steeds herkenbaar, maar vaker doen ze je beseffen hoe klein je eigen beslommeringen zijn. Van Toorn citeert op p. 291 van zijn boek een brief van Querido uit april 1940 aan de dichter en criticus Jan Greshoff, die kort daarvoor met zijn gezin naar Zuid-Afrika was afgereisd om de dreigende ontwrichting van Europa te ontvluchten. Querido schrijft:

‘Er leefde [na de Duitse inval in Polen] zoiets als belangstelling voor het boek weer op. En de Boekenweek van 2-9 maart j.l. gehouden, leverde voor Uitgevers en Boekhandelaren in het heele land een vrij gunstig resultaat op. […] Ondanks de onnoemelijk vele moeilijkheden, die ook wij door den Europeeschen toestand ondervinden, gaat het tot op het oogenblik in ons bedrijfje rustig voort. Speuren we naar het goede boek en streven we er naar om het goede boek goed uit te voeren. Wij zijn gezond en blijven energiek. Hetzelfde wenschen wij u ook toe.’

Ruim een maand later vielen de nazi’s Nederland binnen. In juli 1943 werden Emanuel Querido en zijn vrouw Jane in Sobibor vergast.