Vorige week bracht het CBS nieuws naar buiten waar je als boekenliefhebber in eerste instantie blij van wordt: de Nederlandse openbare bibliotheken hadden in 2015 voor het eerst in jaren NIET te maken met een daling van het aantal leden en het aantal uitleningen. Het aantal leden bleef vorig jaar stabiel op 3,8 miljoen, en het aantal uitleningen steeg licht, met 1% tot 73,4 miljoen (papieren) boeken. Gelukkig, zou je denken; na jaren van neergang lijkt het tij gekeerd en kunnen de bibliotheken, net als de boekhandels, misschien weer eens met enig optimisme vooruitkijken.
De onderliggende cijfers zien er echter minder rooskleurig uit. De stabilisering van het totale aantal leden is geheel te danken aan de groei van het aantal jeugdleden; onder de volwassen leden was er juist een daling van 3%. Ruim 61% van de leden van de Nederlandse bibliotheken zijn nu kinderen van onder de 18 jaar; het feit dat die nog geen contributie hoeven te betalen, speelt daar vast een rol bij. Volwassenen weten de weg naar de bibliotheek steeds minder goed te vinden, behalve misschien voor een kop koffie of een evenement. Deze trend blijkt ook uit het feit dat inmiddels meer dan de helft van de uitleningen (51%) jeugdboeken betreft.
Meer en meer wordt de bibliotheek dus een plek waar vooral kinderen en jongeren boeken lenen en lezen, en vaak ook studeren en elkaar ontmoeten. Ga maar eens kijken in de Amsterdamse Openbare Bibliotheek op het Oosterdokseiland: het ziet er allemaal fris, jong en dynamisch uit, stoffig kun je het hier zeker niet noemen. Degenen die de ‘bibliotheekbeleving’ willen omvormen van bedaagd en studieus naar hip & happening vinden het ongetwijfeld prachtig, en de transformatie van de OBA is in veel opzichten ook zeker geslaagd te noemen. Ook het feit dat de bibliotheek in Nederland steeds vaker het decor is van allerlei ‘maatschappelijke activiteiten’ (volgens het CBS vorig jaar 81.500, een stijging van 13% in een jaar tijd) valt in principe toe te juichen: dat betekent hopelijk dat de sociale inbedding van het instituut het afgelopen jaar is verbeterd.
Maar de vraag is toch of dit allemaal per se goed nieuws is voor wie het (gedrukte) boek een warm hart toedraagt. In 2015 was het aantal uitleningen van fysieke boeken, net als in 2014, nog maar de helft van wat het vijftien jaar geleden was, en dat wordt bij lange na niet gecompenseerd door het aantal uitleningen van e-boeken. Het assortiment is in vrijwel alle bibliotheken drastisch uitgedund – en men zal op de bestsellers niet bezuinigd hebben. Dat betekent onherroepelijk een verschraling van het aanbod, en dus minder mogelijkheden voor leden om in contact te komen met minder populaire literatuur, zeker als ze ook nog wonen in een plaats waar geen fatsoenlijke assortimentsboekhandel (meer) te vinden is.
De nadruk die in steeds meer bibliotheken komt te liggen op ‘beleving’, op de inrichting van het pand en op het organiseren van evenementen, hoe nuttig en misschien noodzakelijk die nieuwe focus ook mag zijn, heeft een keerzijde: namelijk het risico dat het boek zelf, waar het toch allemaal om zou moeten draaien, op de tweede plaats komt. Het feit dat in de mission statement op de website van de Koninklijke Bibliotheek het woord ‘boek’ precies nul keer voorkomt is wat dat betreft een veeg teken.
Foto: Bezoekers van de OBA. Foto © Richard Tulloch.