Vandaag, 23 april, is de Internationale Dag van het Boek. Een dag als alle andere dus, zult u misschien denken. Zeker in deze corona-tijden lezen we met ons allen weer behoorlijk wat af; cijfers van onderzoekbureau Team Vier tonen aan dat meer consumenten de afgelopen periode een boek ter hand hebben genomen (54%) dan er naar Netflix hebben gekeken (45%). Dat geeft de burger moed.

In hetzelfde bericht op BoekBlad.nl waar ik deze gegevens vandaan haal, valt echter te lezen dat de boekenverkoop daalt. De verlengde Boekenweek van dit jaar bracht minder in het laatje dan vorig jaar, en in de weken daarna ging de omzet pas echt hard onderuit. Vooral de fysieke boekhandel moet het ontgelden; voor het eerst in de geschiedenis werden er meer boeken via webshops verkocht dan in stenen winkels. De branchevereniging vreest dan ook dat, als straks het stof van de crisis is gaan liggen, een derde van alle boekhandels in Nederland het loodje zal hebben gelegd.

Dat laten we toch niet gebeuren? Stream, huur, leen of steel geen boeken, maar koop ze! En doe dat in de winkel bij u om de hoek. Bijvoorbeeld bij Broese in Utrecht, uitgerekend vandaag heropend in het verbouwde postkantoor aan het Neude. Komt dat zien, social distancing of niet.

Het leek er heel even op dat het btw-tarief voor e-boeken eindelijk omlaag kon. In Nederland moet hiervoor nu nog het hoge btw-tarief van 21% gerekend worden; voor ‘gewone’, gedrukte boeken geldt het lage tarief van 6%. Het Europees Parlement heeft er onlangs mee ingestemd dat ook voor e-boeken het lage tarief mag gelden; dat zou voor consumenten en voor uitgevers gunstig zijn, want e-boeken zullen dan in de webwinkel een stuk goedkoper kunnen worden aangeboden.

Helaas is dit voornemen, waar zo ongeveer alle betrokkenen tevreden mee waren, voorlopig weer gesneuveld in de Raad van ministers, waar Tsjechië als enige land tegen stemde. (Ik schrijf ‘voorlopig’, want dit is Europa, dus er is altijd een volgende ronde.) Unanimiteit is in dit gremium vereist, dus we moeten nog even het volle pond betalen. De reden? Volgens Boekblad was het een politiek gemotiveerd besluit: ‘Het land wil hiermee protesteren tegen een Franse blokkade tegen een proefproject ter bestrijding van btw-fraude waar de Tsjechen juist voor zijn.’ Bent u daar nog? Heel ironisch dat juist Tsjechië om zo’n bizarre reden dwarsligt; Kafka zou er wel raad mee weten.

Enfin, de gemiddelde consumentenprijs van e-boeken is sowieso al een tijdlang gestaag aan het dalen. Dus voor die prijs hoeft u het in veel gevallen toch al niet te laten. Het lijkt een kwestie van tijd voordat deze anomalie in de prijszetting van e-boeken toch wordt opgeheven. En dan ben ik benieuwd of de ook al een tijdlang kwakkelende afzet van e-boeken weer substantieel gaat toenemen.

Het Sociaal Cultureel Planbureau houdt om de zoveel jaar bij hoeveel tijd wij besteden aan de consumptie van verschillende media. Onlangs verscheen de meest recente update, met een schat aan gegevens en fraaie animaties. Het blijkt dat Nederlanders gemiddeld per dag vijf minuten minder zijn gaan lezen dan in 2013. Dat lijkt niet eens zo’n dramatische teruggang, maar op een totaal van zo’n 40 minuten is dat toch weer ruim 8% minder in een paar jaar tijd. Als deze dalende trend (die al inzette vóór het digitale tijdperk) zich in dit tempo voortzet, is lezen – en zeker het lezen van boeken – over een tijdje een marginale bezigheid geworden, waar nog maar een minderheid van de bevolking zich regelmatig aan overgeeft.

Dat laatste valt ook af te leiden uit het feit dat de afgenomen leestijd geheel verklaard wordt door het afnemende aantal lezers; mensen die wel zijn blijven lezen, lezen nog evenveel als drie jaar geleden. Ook de verhouding tussen lezen van een scherm en lezen van papier is onveranderd gebleven. Het profiel van de gemiddelde (boeken)lezer wordt steeds duidelijker: vrouw, hoogopgeleid, 50+, bovenmodaal. Lezen van papier blijft veruit favoriet, overigens ook onder jongeren. Er moet een klein wonder gebeuren willen de wilde voorspellingen van begin deze eeuw over de onstuitbare opmars van het e-boek nog uitkomen.

Goed nieuws voor de boekenbranche is wel dat we met ons allen meer boeken zijn gaan kopen. In 2015 werden er in Nederland 39 miljoen boeken verkocht, dat is een stijging van bijna 5% ten opzichte van het jaar ervoor. Ook 2016 is weer een goed jaar: uit de laatste cijfers van GfK, het onderzoeksbureau dat wekelijks de boekenverkoop bijhoudt, blijkt dat er tot en met week 50 ruim 6% meer omzet is gerealiseerd dan in dezelfde periode vorig jaar. We blijven dus met steeds minder boekenlezers over, maar de boekenlezers onder ons worden kennelijk wel steeds gulziger (ook al lezen we natuurlijk lang niet alles wat we kopen of krijgen). Een mooie gedachte om het nieuwe jaar mee in te gaan!

Afbeelding: Pieter Janssens Elinga, Lezende vrouw (detail). Tweede helft zeventiende eeuw. München: Alte Pinakothek.

Wie denkt dat Amerikanen cultuurbarbaren zijn, moet zich eens achter de oren krabben. In een recent rapport stelt het gerenommeerde Pew Research Center dat een Amerikaan vorig jaar gemiddeld 12 boeken las, zo meldt Publisher’s Weekly. Dat aantal is de laatste jaren ongeveer gelijk gebleven. Ter vergelijking: in Nederland, een van de koplopers in Europa, zijn dat er 15. Ik had, met al mijn vooroordelen, verwacht dat het verschil veel groter zou zijn. Net als in Nederland lezen Amerikanen gemiddeld meer boeken als ze vrouw zijn, blank, hoger opgeleid, en rijker.

Interessant is ook dat lezers nog steeds verreweg de voorkeur geven aan gedrukte boeken. Van alle ruim 1500 ondervraagde personen heeft 63% in 2015 minimaal één gedrukt boek gelezen, tegen 28% een e-boek. Slechts 8% deed dat op een e-reader, de rest van de e-boeklezers gebruikte een tablet of een smartphone. En slechts 6% van alle ondervraagden beschouwt zichzelf als een ‘e-only reader’: de overgrote meerderheid leest dus nog steeds (ook) van papier. Audioboeken doen het evenmin geweldig: slechts 14% van de ondervraagden las in 2015 via dit medium een boek, een marginale stijging ten opzichte van een paar jaar eerder.

We wisten het eigenlijk al op basis van verkoopaantallen de afgelopen jaren, maar ook lezersgedrag wijst het nu uit: e-boeken hebben, in elk geval voorlopig, in de Verenigde Staten een plafond bereikt. Ze maken momenteel ongeveer een kwart van de markt uit en dat aandeel zal vermoedelijk de komende tijd niet verder groeien. In Nederland zitten we nog lang niet aan dat percentage, maar ook bij ons stokt de groei, en ook bij ons merk je dat het gedrukte boek een bescheiden revival beleeft. Het papierloze paradijs dat tech-goeroes ons een aantal jaren geleden voorspiegelden, lijkt in elk geval nog ver weg. En dat is maar goed ook.

Vorige week bracht het CBS nieuws naar buiten waar je als boekenliefhebber in eerste instantie blij van wordt: de Nederlandse openbare bibliotheken hadden in 2015 voor het eerst in jaren NIET te maken met een daling van het aantal leden en het aantal uitleningen. Het aantal leden bleef vorig jaar stabiel op 3,8 miljoen, en het aantal uitleningen steeg licht, met 1% tot 73,4 miljoen (papieren) boeken. Gelukkig, zou je denken; na jaren van neergang lijkt het tij gekeerd en kunnen de bibliotheken, net als de boekhandels, misschien weer eens met enig optimisme vooruitkijken.

De onderliggende cijfers zien er echter minder rooskleurig uit. De stabilisering van het totale aantal leden is geheel te danken aan de groei van het aantal jeugdleden; onder de volwassen leden was er juist een daling van 3%. Ruim 61% van de leden van de Nederlandse bibliotheken zijn nu kinderen van onder de 18 jaar; het feit dat die nog geen contributie hoeven te betalen, speelt daar vast een rol bij. Volwassenen weten de weg naar de bibliotheek steeds minder goed te vinden, behalve misschien voor een kop koffie of een evenement. Deze trend blijkt ook uit het feit dat inmiddels meer dan de helft van de uitleningen (51%) jeugdboeken betreft.

Meer en meer wordt de bibliotheek dus een plek waar vooral kinderen en jongeren boeken lenen en lezen, en vaak ook studeren en elkaar ontmoeten. Ga maar eens kijken in de Amsterdamse Openbare Bibliotheek op het Oosterdokseiland: het ziet er allemaal fris, jong en dynamisch uit, stoffig kun je het hier zeker niet noemen. Degenen die de ‘bibliotheekbeleving’ willen omvormen van bedaagd en studieus naar hip & happening vinden het ongetwijfeld prachtig, en de transformatie van de OBA is in veel opzichten ook zeker geslaagd te noemen. Ook het feit dat de bibliotheek in Nederland steeds vaker het decor is van allerlei ‘maatschappelijke activiteiten’ (volgens het CBS vorig jaar 81.500, een stijging van 13% in een jaar tijd) valt in principe toe te juichen: dat betekent hopelijk dat de sociale inbedding van het instituut het afgelopen jaar is verbeterd.

Maar de vraag is toch of dit allemaal per se goed nieuws is voor wie het (gedrukte) boek een warm hart toedraagt. In 2015 was het aantal uitleningen van fysieke boeken, net als in 2014, nog maar de helft van wat het vijftien jaar geleden was, en dat wordt bij lange na niet gecompenseerd door het aantal uitleningen van e-boeken. Het assortiment is in vrijwel alle bibliotheken drastisch uitgedund – en men zal op de bestsellers niet bezuinigd hebben. Dat betekent onherroepelijk een verschraling van het aanbod, en dus minder mogelijkheden voor leden om in contact te komen met minder populaire literatuur, zeker als ze ook nog wonen in een plaats waar geen fatsoenlijke assortimentsboekhandel (meer) te vinden is.

De nadruk die in steeds meer bibliotheken komt te liggen op ‘beleving’, op de inrichting van het pand en op het organiseren van evenementen, hoe nuttig en misschien noodzakelijk die nieuwe focus ook mag zijn, heeft een keerzijde: namelijk het risico dat het boek zelf, waar het toch allemaal om zou moeten draaien, op de tweede plaats komt. Het feit dat in de mission statement op de website van de Koninklijke Bibliotheek het woord ‘boek’ precies nul keer voorkomt is wat dat betreft een veeg teken.

Foto: Bezoekers van de OBA. Foto © Richard Tulloch.

Meestal was de verwarde cavia als eerste op de afdeling, ten einde een half uur rustig niets te kunnen doen, om vervolgens langzaam ‘de dag in te glijden’, zoals ze het stiekem noemde. 

Zo luidt de openingszin van een van de hoofdstukjes uit De verwarde cavia, het fictiedebuut van Paulien Cornelisse, dat eerder deze maand verscheen. De start van het boek verliep iets minder bedaagd dan de kantoordagen van hoofdpersoon Cavia: het boek veroverde meteen de nummer 1-positie in de Bestseller 60 en de derde druk van 20.000 exemplaren is al in de maak.

Van Cornelisses vorige twee boeken over taal zijn in totaal al meer dan een miljoen exemplaren verkocht, maar toch is deze vliegende start van haar eerste roman opmerkelijk. Ze heeft het boek namelijk niet alleen geschreven, maar voor het eerst ook zelf uitgegeven, en vrijwel alles wat daarbij komt kijken ook echt zelf geregeld, samen met een aantal freelancers: redactie, vormgeving, papierkeuze, promotie, enzovoort. Bij mijn weten is dit het eerste boek van een self-published auteur dat het tot best verkochte boek van Nederland schopt – toch wel iets om even bij stil te staan. Sneu voor haar reguliere uitgever Atlas Contact, maar inspirerend voor iedereen die het uitgeefheft ook in eigen handen wil nemen.

Natuurlijk is het voor Cornelisse relatief eenvoudig om het, na twee extreem succesvolle eerdere boeken, helemaal zelf te doen. Ze treedt op voor volle zalen en heeft moeiteloos toegang tot De Wereld Draait Door, dat soort voordelen heeft de gemiddelde auteur niet. Maar er zijn meer recente voorbeelden van geslaagde uitgaven in eigen beheer. Zo publiceerde Frank Krake onlangs het boek Menthol, over de ‘eerste zwarte man van Enschede’, die Nederland in de jaren twintig aan het tandenpoetsen heeft gekregen. Het boek kwam binnen op de twintigste plaats van de bestsellerlijst. En ook het nieuwste boek van thriller-auteur Xenia Kasper (tevens agent van Linda de Mol en een aantal andere BN’ers) is in eigen beheer uitgebracht.

Ik heb het al vaker gezegd: het zijn gouden tijden voor auteurs; nooit eerder waren er zoveel mogelijkheden om je boek gepubliceerd te krijgen. Het succes van De verwarde cavia is misschien een extreem voorbeeld, maar niettemin een mijlpaal in de geschiedenis van het uitgeefbedrijf in Nederland. De tijd van eenzaam schrijven op een zolderkamer, een uitdraai opsturen naar een gerenommeerde uitgever en dan maar afwachten of je wordt uitgenodigd voor een gesprek, ligt echt achter ons. Doe het lekker zelf! Of zoals Cornelisse zei in een interview in Het Parool: ‘Het is een beetje de oude krakersmentaliteit van zelf je eigen tijdschrift stencilen. Ik krijg daar een warm gevoel bij.’

In boekenland is onlangs een relletje uitgebroken omdat webwinkel bol.com sinds kort geen boeken meer verkoopt van uitgeverij Das Mag. Deze uitgeverij begon in 2011 als literair tijdschrift Das Magazin, en maakt sindsdien furore met evenementen en festivals, en sinds eind vorig jaar met eigen boekuitgaven. Daaronder zaten meteen al een paar hits, zoals Schuld van Walter van den Berg en As en tas van Jelle Brandt Corstius. Maar die boeken zijn dus tot nader order niet verkrijgbaar bij bol.com, althans niet als paperback. De reden: Das Mag weigert de ‘samenwerkingsovereenkomst’ te tekenen die bol.com met steeds meer individuele uitgeverijen afsluit, en waarin onder meer een korting wordt bedongen van 47% in plaats van de gebruikelijke 42%. Het is niet meteen duidelijk wat bol.com voor die extra korting van plan is te gaan doen; het heeft er veel van weg dat de online grootgrutter (sinds een tijdje onderdeel van Ahold) gewoon probeert zijn ijzersterke marktpositie uit te buiten.

Het is niet verwonderlijk dat Das Mag voor de weigering dit contract te tekenen, veel waardering heeft geoogst. Ook andere kleine uitgeverijen voelen zich gemangeld door bol.com, omdat zij in feite niet zonder dit verkoopkanaal kunnen en zich gedwongen zien voorwaarden te accepteren die ze eigenlijk onredelijk vinden. Maar op boekblad.nl is ook een tegengeluid te horen, nota bene van een (weliswaar anonieme) boekhandelaar, die het voor bol.com opneemt. Volgens deze boekhandelaar ligt Das Mag ook met andere boekwinkels dan bol.com in de clinch over kortingspercentages, en probeert de uitgeverij de Wet op de Vaste Boekenprijs te omzeilen door op haar site speciale edities van haar boeken aan te bieden, zonder ISBN, die niet verkrijgbaar zijn in de reguliere boekhandel. Tja, het gesteggel over korting is van alle tijden in de boekenbranche, dus wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon.

Ondergetekende ontving van bol.com onlangs ook een uitnodiging om ‘de huidige samenwerking te continueren’ door middel van een nieuwe overeenkomst; ‘met deze overeenkomst kunnen wij uw titels zichtbaar houden en optimaliseren in onze winkel om uw verkopen te laten groeien’. Het is proza dat weinig goeds voorspelt; misschien ga ik zo meteen Das Mag wel achterna. Eerst maar eens goed de kleine lettertjes lezen…

Een blog is er niet om reclame te maken voor producten waar de blogger zelf nauw bij betrokken is – althans dat vind ik. Maar zoals op elke regel bestaan ook hierop uitzonderingen. Afgelopen week werd in het Rijksmuseum een boek gepresenteerd waar ik als redacteur, met tussenpozen, in nauwe samenspraak met de auteur ruim drie jaar aan gewerkt heb: Rembrandt. The Painter Thinking van Ernst van de Wetering. En zonder enige terughoudendheid kan ik zeggen dat het een prachtig boek is geworden. Het is een indrukwekkende synthese van Van de Weterings jarenlange, intensieve omgang met de zeventiende-eeuwse meester, waarbij de nadruk op het denken van Rembrandt ligt, en niet op zijn techniek of zijn biografie.

Met ‘denken’ doelt Van de Wetering niet op Rembrandts zielenroerselen of op de vermeende introspectieve kracht van zijn zelfportretten. Nee, het gaat om de vraag hoe Rembrandt dacht over zijn kunst – hoe hij die zo ver mogelijk wilde brengen, en welke wegen hij daarbij kon bewandelen. Die vraag is lastig te beantwoorden, omdat van Rembrandt zelf nauwelijks geschreven getuigenissen zijn overgeleverd. Van de Wetering gaat te rade bij zeventiende-eeuwse bronnen waaruit Rembrandts ideeën indirect vallen af te leiden. Hij bespreekt met name teksten van Karel van Mander en Samuel van Hoogstraten waarin de ‘gronden’ van de schilderkunst in detail uit de doeken worden gedaan, speciaal voor aspirant-vakgenoten. Dat levert boeiende en vaak tegendraadse inzichten op, bijvoorbeeld over de ontwikkeling van Rembrandts ‘stijl’ (een woord dat Van de Wetering niet graag gebruikt) en de manier waarop Rembrandt telkens nieuwe oplossingen zocht voor schilderkunstige problemen.

Rembrandt. The Painter Thinking is zo’n boek dat je gewoon wilt hebben – in druk, niet in elektronisch formaat. Het is rijk geïllustreerd, fraai vormgegeven en door Amsterdam University Press voorbeeldig uitgegeven, in hardback en in paperback. Kopen!

Afbeelding: Rembrandt van Rijn, Zelfportret met baret, 1652 (detail). Wenen, Kunsthistorisches Museum.

Hosanna! Net als in Nederland zit de verkoop van boeken in de fysieke boekhandel ook in Amerika in de lift: er werd in 2015 2,5% meer omgezet dan in 2014, volgens voorlopige cijfers van het US Census Bureau. De omzet van de boekhandels bedroeg 11,17 miljard dollar – de eerste stijging in acht jaar tijd. Dat is nog altijd ongeveer een derde (!) minder dan de topomzet van meer dan 17 miljard dollar in 2007; maar het is toch nog steeds geen bedrag waar je je neus voor ophaalt. In het bericht dat Boekblad aan deze cijfers wijdde, staat verder dat uitgeverij Simon & Schuster in 2015 13% meer omzet realiseerde dan in 2014, en 2 miljoen dollar meer winst kon bijschrijven. Er staat bij dat ‘de verkoop van boeken van YouTube-sterren in belangrijke mate aan deze stijging bijdroeg’ – een intrigerende toevoeging.

Opvallend is verder dat de trend van dalende e-boekverkopen in de VS doorzet. In de eerste negen maanden van 2015 lag de omzet 11% lager dan in het jaar ervoor, wat voor een groot deel te wijten was aan de tegenvallende verkoop van digitale kinderboeken en young-adult-titels. Zou het kunnen dat kinderen en tieners bij voorkeur fysieke boeken (en geen e-boeken) lezen van of over hun favoriete (YouTube-)sterren, ook al bekijken ze die sterren zelf het liefst op hun smartphone of tablet?

Google heeft ook al ontdekt dat de verkoop van statische e-boeken stagneert of zelfs afneemt, en is daarom begonnen met het publiceren en verkopen van dynamische, interactieve e-boeken, zo meldt het Belgische ZDNet. Het door Google Creative Lab en uitgeverij Visual Editions opgezette platform Editions at Play is sinds een paar weken live, en bevat nu twee titels die je het best op je smartphone kunt lezen. Er is een liefdesverhaal, Entrances & Exits, dat gebruik maakt van Google Street View, waarmee de lezer zelf letterlijk door het boek kan navigeren. En er is The Truth about Cats & Dogs, het resultaat van een ‘mislukte samenwerking’ tussen twee Britse auteurs, een verhaal dat geen ‘juiste manier van lezen’ kent. De site ziet er basic maar fraai uit; auteurs worden van harte uitgenodigd om ideeën op te sturen.

Het idee van ‘enhanced content’ in e-boeken is natuurlijk niet nieuw; in Nederland bestaat al enige tijd uitgeverij Fosfor, die zich vooral toelegt op de verkoop van longreads met extra toegevoegd beeld en geluid. Tot nu toe heeft deze vorm van uitgeven bij mijn weten nog geen levensvatbaar businessmodel opgeleverd. Maar nu Google er zich tegenaan gaat bemoeien gaat dat misschien veranderen. De boekenbranche blijft immers volop in beweging. En het zou voor boekenvakkers sowieso niet slim zijn om zich vast te klampen aan de strohalm van een jaar zonder dramatische omzetdalingen.

Afbeelding uit Entrances & Exits door Reif Larsen

Ben Tiggelaar is al jaren een gevierd auteur van boeken waarin hij inzichten uit de gedragswetenschap en de positieve psychologie toepast op werk, loopbaan en management. Hij is daarnaast ook succesvol als spreker in het bedrijfsleven, waarbij natuurlijk een lucratieve kruisbestuiving ontstaat met de verkoop van titels als Dit wordt jouw jaar! en MBA in één dag, die hij onder de imprint Tyler Roland Press in eigen beheer uitgeeft. Tiggelaar heeft dus gedaan wat heel veel andere auteurs ook wel zouden willen: doorbreken in het sprekerscircuit en daarmee voor jezelf de mogelijkheid creëren om van (de spin-off van) je schrijfwerk te leven.

Langzaam maar zeker wordt Tiggelaar ook bekender buiten het wereldje van managementboekenauteurs. De Stichting CPNB vroeg hem om het themaboekje te schrijven voor de jaarlijkse Maand van de Spiritualiteit, waarin dit jaar het onderwerp werk centraal staat. Het resultaat, Mooi werk, is sinds vorige week voor € 3,50 in elke boekhandel te koop en belandde meteen na verschijnen met stip op nummer 1 in de bestseller-top-60. In het boekje beschrijft hij in 31 stappen hoe je je tot je werk kunt verhouden, met als leidraad de indeling in plezierig, goed en zinvol leven van psycholoog Martin Seligman. Het is allemaal geen rocket science, maar het boekje leest vlot weg, net als de columns die Tiggelaar elke week schrijft voor NRC Handelsblad, en het nodigt je uit om stil te staan bij zaken die je in het dagelijks leven misschien net te vaak als vanzelfsprekend beschouwt.

In een interview in Boekblad, het vakblad van de boekenbranche, weidt Tiggelaar wat meer uit over wat spiritualiteit voor hem inhoudt, en wat hij hoopt dat zijn boekje voor de lezer betekent. Hij bekent aan het eind dat hij als schrijver ook wel eens zijn twijfels heeft: ‘Ik aarzel vaak om boekhandels binnen te lopen. Als auteur vind ik het aanbod gewoon te overdonderend. Dan denk ik: waarom zou ik nog wat schrijven, er is al zo veel…’ Een gevoel dat veel auteurs zullen herkennen. Maar ook een waarvan Tiggelaars eigen succes bewijst dat je er niet meteen aan toe moet geven. Met kennis van zaken, een aansprekende boodschap en een goed gevoel voor timing kun je een heel eind komen. Werk aan de winkel dus!