E-boeken: top of flop?
Al sinds zeker vijftien jaar wordt in het boekenvak het glorieuze tijdperk van het elektronisch lezen aangekondigd. E-boeken zouden de toekomst hebben: wie wil er nog met dikke pillen gaan slepen als je alle boeken die je ooit zult lezen, in één handzaam apparaat bijeen kunt brengen? Waarom zou je, als je met één druk op de knop alle hoogtepunten uit de wereldliteratuur kunt downloaden, nog moeilijk doen met gedrukte boeken, waarvoor je bomen moet kappen en een dure infrastructuur in stand moet houden?
De werkelijkheid blijkt weerbarstig. In Nederland vertegenwoordigen e-boeken nog altijd slechts een schamele 5,2% van de totale boekenverkoop (bron: GfK). In de VS hebben e-boeken in sommige marktsegmenten (fictie, thrillers) weliswaar al enige tijd een marktaandeel van meer dan 50%, maar daar is het afgelopen kwartaal voor het eerst het totale marktaandeel van e-boeken ten opzichte van ‘p-books’ gedaald. Natuurlijk is het de vraag in hoeverre die cijfers de werkelijkheid adequaat weergeven. Iedereen kent wel een collega of buurman met een USB-stick waar 5000 ‘gratis’ boeken op staan, en van vrijwel elke nieuwe titel zijn soms zelfs nog vóór de officiële publicatiedatum illegale kopieën te downloaden. Verkoopcijfers zeggen dus lang niet alles over het daadwerkelijk gebruik van elektronische boeken. Maar dat neemt niet weg dat de wilde voorspellingen die nog maar kort geleden circuleerden over de vlucht die e-boeken zouden nemen, niet zijn uitgekomen – niettegenstaande de toch evidente voordelen ervan.
Opvallend is in dit verband dat ook onder jongeren e-boeken niet populair zijn. In Boekblad werd onlangs een aantal studenten geïnterviewd aan verschillende mediagerelateerde opleidingen in Nederland, en zonder uitzondering lazen die liever gedrukte boeken dan e-boeken. Ze hadden uiteraard allemaal een tablet en bijna allemaal een e-reader, maar als ze een boek echt de moeite waard vonden, wilden ze het in gedrukte vorm lezen – en liefst ook zelf in bezit hebben (dus niet lenen van iemand anders of van de bibliotheek). Thrillers van 600 pagina’s, of andere typische vakantieboeken, die kun je prima op je e-reader zetten, maar als een boek je echt iets doet, wil je het in de kast hebben staan.
Misschien is dat wel een paradox van deze tijd: hoe makkelijker en goedkoper informatie gedeeld en geconsumeerd kan worden, en hoe meer die informatie daardoor devalueert, hoe meer waarde we gaan hechten aan het boek als object, als iets wat we willen koesteren en voor onszelf willen hebben. (Ga maar na: hoe leuk zou je beste vriendin het vinden als je haar de nieuwe Ian McEwan cadeau gaf als e-boek?) Een boek is nu eenmaal geen cd, wat de vaak gemaakte vergelijking tussen de boeken- en de muziekindustrie op zichzelf al problematisch maakt. (Over de heropleving van vinyl valt in dit opzicht ook nog wel iets te zeggen.) Ik denk dat e-boeken reuze handig zijn voor bepaalde doeleinden, maar dat ze nooit helemaal de plaats van gedrukte boeken in zullen nemen. Het valt niet te ontkennen dat de verkoop van ‘p-books’ de afgelopen jaren een flinke, en waarschijnlijk blijvende, deuk heeft opgelopen. Maar voor wie zijn gedachten op een toegankelijke, elegante en duurzame manier aan het papier (!) wil toevertrouwen, blijft het gedrukte boek een ongeëvenaard succesvol medium.